
Elke dag gebeurt hetzelfde. De zee komt en gaat. Elke dag doet de Koning zijn ronde. ‘Geef wacht!’ roept hij, wanneer hij halt houdt bij de toren van de Wachter. Die recht dan zijn rug, steekt zijn kin vooruit en presenteert zijn speer. De Wachter houdt de horizon scherp in de gaten. Hij ziet de overkant niet, maar kan hem haast ruiken. Hij vraagt zich af waar de overkant juist ligt...